woensdag 1 december 2021

Zo leefde ik in de wereld



Als de weerkaatsing
van de maan in het water
geschept in mijn hand
- is hij er, is hij er niet –
zo leefde ik in de wereld.

Ki no Tsurayuki (883-946)

‘Leefde’ staat er. Deze Japanse tanka (5-7-5-7-7 lettergrepen) is een doodsgedicht. Japanse dichters, Japanse monniken probeerden hun leven samen te vatten in een gedicht dat ze soms al jaren voor het ultieme moment schreven om het vlak vóór dat ultieme moment te laten horen aan vrienden, bekenden, volgelingen.  

Ki was een beroemde dichter. Tijdens zijn leven: was hij er wel of was hij er niet? Was de weerkaatsing er wel of niet? En met die weerkaatsing: maan, het water waaruit de weerkaatsing geschept wordt, mijn hand, ikzelf, alles... Is dat er nu wel of is dat er niet? Alles spiegelt in dit gedicht: het bestaat en het bestaat niet. Lof van de schaduw is de titel van een beroemd essay van Tanizaki, een twintigste-eeuwer. Schaduw, ook een fenomeen dat bestaat en niet bestaat. Naar zo’n gedicht kun je cultuurhistorisch kijken en dan iets beweren over een typisch Japanse mentaliteit – dat doet Tanizaki - , je kunt er existentiefilosofisch naar kijken en dan iets beweren over het bewustzijn van de dood in het leven, je kunt het interpreteren als een verwoording van een levensgevoel – Ki voelde zich nooit helemaal thuis in de wereld, je kunt het interpreteren als een vluchtige ervaring van vergankelijkheid die ook iets moois heeft. Daarmee ben ik weer terug bij Tanizaki, geloof ik, maar dan net iets universeler.  

De fraaie vertaling is van J. van Tooren en is te vinden in de door haar samengestelde bloemlezing Tanka, het lied van Japan, Amsterdam 1983.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten