zaterdag 9 april 2022

Een beroemd gedicht

Dit is een beroemd gedicht van Bernlef:

Deur

Duwen
Trekken

We schrijven het jaar 1962. Ik ken iemand die als middelbare scholier dankzij dit gedicht voor de poëzie gewonnen werd. Of misschien was het wel dit gedicht, uit hetzelfde jaar:

Deur 2

Trekken
Duwen

In 1964 completeerde Bernlef een trilogie met

Deur 3

Pas op Afstapje
Pas op Opstapje

Ook in 1962 verscheen bij een kleine Amerikaanse uitgeverij New Poems van Robert Lax. ‘New’ waren die gedichten zeker – ze hadden iets van concrete poëzie waarin vooral de visuele of auditieve vorm van een gedicht betekenisdragend was; ze hadden iets van het repetitieve minimalisme dat later in de muziek mainstream werd dankzij componisten als Philip Glass.

Daarin dit titelloze gedicht:

push
pull
push
pull
push
pull
push
pull
push

Beïnvloeding? Het lijkt me onwaarschijnlijk. De geest des tijds? Wellicht. Jungiaanse synchroniteit? Wie zal het zeggen. Gelijktijdige originaliteit? Een gelijktijdig gebrek aan originaliteit? Toeval? Als ik het goed tel, zijn er zes mogelijkheden. Ik denk dat ik maar eens een dobbelsteen gooi.



Geen historische sensatie



Gisteren, bijna rechtstreeks vanuit de Thaise jungle, in het Literatuurmuseum. Ik werk aan een uitgave van de bundel In memoriam van Herman Gorter en om de laatste vragen te beantwoorden wilde ik manuscripten bekijken. Die lagen voor me klaar. En niet alleen manuscripten: er was een door Gorter zelf gecorrigeerde drukproef, twee exemplaren van de in drie exemplaren gedrukte privédruk, de toespraak die Gorter hield bij het graf van zijn echtgenote. Aan haar is de dichtbundel gewijd.

Het handschrift van een bewonderd dichter, in een intiem document zelfs. De aanraakbaarheid kan niet groter zijn. Ruim baan voor de historische sensatie zou je zeggen, maar het deed en doet me – niets. Daar was ik niet verbaasd over. Ik ben vaak met historici in musea geweest en als zij met een trilling in hun stem leerlingen op wat dan ook wijzen, ervaar ik  op zijn hoogst een intellectuele interesse. Handtekeningen van bewonderde dichters in een van hun bundels: bij de gretigheid waarmee sommigen die najagen, kan ik me niets voorstellen. Zelf een handtekening zetten, liefst met een persoonlijke opdracht: ik heb er een bloedhekel aan en verschuil me achter mijn beroerde handschrift.

Waar komt het vandaan? Gerrit Krol heeft eens een stukje geschreven waarin hij vaststelde dat hij boeken met een voorgedrukte opdracht – Aan Ada, To Guy who suffered – weglegde. ‘Zo’n boek is niet voor mij.’ Dat kan het niet zijn: een boek met een met de hand geschreven opdracht is juist wel voor jou: ‘voor Gerrit.’  Op de een of andere manier vind ik, geloof ik, dat ook zo’n persoonlijke opdracht afbreuk doet aan een boek: het boek is voor jou, maar niet alleen voor jou. De bundel In memoriam lees ik niet omdat hij geschreven is door het toevallige individu Herman Gorter met een individueel handschrift en andere eigenaardigheden, maar omdat hij me hier en nu iets te zeggen heeft – losgekoppeld van die mijnheer die ooit ergens leefde.

Ahistorisch zoals sommigen aseksueel zijn. Misschien moet het syndroom van De Jager gewoon op de lijst van mental diseases.