Een hoogliedje van de dood: het slot van Het derde huwelijk van Tom Lanoye doet aan Kellendonks Mystiek lichaam denken. Het is niet de enige overeenkomst. De hoofdpersoon is in beide gevallen een homo uit de culturele sector – succesvolle, welvarende mannen die hun succes en welvaart danken aan uiterlijke schijn. Het topsegment van de beeldende kunst, de filmindustrie. Aids treft hen.
In beide gevallen een vader die de zoon niet accepteert en centenkwesties. Ook in Mystiek lichaam was, als ik het me goed herinner, een moeder afwezig. Beide mannen worden geconfronteerd met de zwangerschap van jonge vrouwen die hun het gevoel geven dat ze buiten de geschiedenis staan – het is de conclusie die Maarten Seebregs trekt na een curieus triootje. Een archetypische jood is in het ene boek buitengesloten uit het mystieke lichaam van een volk of een cultuur; nauwelijks minder archetypische Marokkanen en zwarte Afrikanen overkomt hetzelfde in het andere boek.
Mystiek lichaam las ik meteen bij verschijnen in 1986. Ik was erg onder de indruk en dat ben ik nog steeds. Kellendonks prachtige prozastijl, de manier waarop hij existentiële problemen wist onder te brengen in ogenschijnlijk karikaturale personages, de transformatie van dat alles tot wat hij zelf benoemde als ideeënmuziek. Ik kwam in die jaren Kellendonk af en toe tegen in een kroeg aan de ’s-Gravenburgwal, maar durfde hem niet aan te spreken. Aids, seksualiteit, liefde, dood waren fenomenen uit de dagelijkse werkelijkheid. Opeens zag je iemand niet meer die jarenlang een gezicht was in het uitgaansleven. Het was in diezelfde kroeg dat iemand me fluisterend vertelde wat de bewonderde schrijver te wachten stond.
Vorige week las ik Het derde huwelijk omdat ik er verstandige vragen over moest stellen. Lanoye is een jaar jonger dan ik; zijn belevingswereld van enkele decennia geleden zal niet veel verschillen van de mijne. Het boek werd genomineerd voor de prestigieuze prijs die Mystiek lichaam ruim twintig jaar daarvoor ook niet werd toegekend. Als ik alle geciteerde kritieken moet geloven, is Het derde huwelijk verwelkomd als een meesterwerk.
Mystiek lichaam is een overbewust geconstrueerd boek dat werkelijkheid wordt in het hoofd van de lezer omdat het iets werkelijks aan de orde stelt. De schematische personages verloochenen het schema niet; als lezer herken je aspecten van jezelf en angsten die doorgaans de zelfcensuur niet passeren. De stemmen en tegenstemmen vormen een mengsel dat niet veel zal verschillen van het mengsel van stemmen en tegenstemmen in het bewustzijn – als dat bewustzijn zich voor stemmen en tegenstemmen wil openstellen. Zoals bekend deed niet iedereen dat in 1986.
Van Lanoye ken ik verder alleen Sprakeloos – met zijn exuberante stijl, met de formidabele theatraliteit die in dat boek zelf een tegenstem is. In niets deed Het derde huwelijk daaraan denken. De korte zinnetjes, de personages die in alles het aantekenboekje van de schrijver verraden, de realistische illusie die geweld wordt aangedaan door karikaturale ambtenaren die het maatschappelijk probleem vertegenwoordigen dat in het boek een belangrijke rol speelt. Als dat de tegenstem is, klinkt hij zo schril dat hij ontbreekt. De apotheose is een nogal drastische variant van het weg-met-ons-denken dat in sommige kringen als de bron van alle kwaad wordt gezien - kringen die zeker niet de kringen van Lanoye zijn. Ook hun tegenstem: nergens te vinden in het boek. De complexiteit wordt niet getoond, maar gereduceerd.
En zo laat het boek de lezer die ik ben, onverschillig en schiet het tekort als interventie in een maatschappelijk debat. Erger dan een lezer die zich niet voor stemmen en tegenstemmen wil openstellen, is de schrijver die dat niet wil doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten