Omdat dit
nogal veel gelezen werd en misschien niet iedereen belendende websites bijhoudt: over de fotografe met haar rekening van 968
euro doen momenteel verschillende juridische argumentaties de ronde. Op de
website van Boekblad gaat jurist Hans Bousie uit van het citaatrecht.
Het plaatsen van een fotootje bij een bespreking is functioneel. Wanneer aan de
eisen van een citaat wordt voldaan, het vermelden van de naam van de fotograaf
bijvoorbeeld, is er niet veel aan de hand. Literairedebuten.nl kan gewoon doorgaan met wat het deed. Op de
website van fotografe Quintalle Nix wordt dat bestreden. Een fotootje bij een bespreking is
niet noodzakelijk: “de indruk van het betreffende boek bij de lezer verandert
niet wanneer er een andere foto bij de recensie zou zijn geplaatst”. Niet
noodzakelijk en niet functioneel: op basis van het auteursrecht heeft Nix recht
op een vergoeding.
Als de geciteerde zin op de site van Nix de crux
van de kwestie vormt, zou het interessant zijn wat de rechter over de zaak te
zeggen heeft. Aan de ene kant de wereld van letters en boeken waar iedereen de
overtuiging heeft dat een portret van een auteur de lezer helpt bij zijn
beeldvorming – zelfs noodzakelijk is voor het proces van identificatie dat
‘lezen’ heet. Om die reden huren uitgeverijen fotografen in. Aan de andere kant
de wereld van het beeld waarin het belang van het beeld wordt ontkend –
fotootjes zijn alleen maar ‘illustratie’. Om die reden krijgt Vervoort zijn
rekening.
Opvallend in Nix’ relaas is de slachtofferrol die
de fotografe zichzelf weer toekent. Het
is op zichzelf al kwalijk dat Vervoort de publiciteit heeft gezocht – hatemail en nare twitterberichtjes waren
het gevolg. Het relaas wordt afgesloten met een oproep aan Vervoort om nu dan
echt op te houden met de publieke discussie. Die moet worden gevoerd op de
plaats waar dat hoort: voor de rechter.
Vreemd dit alles: zowel de argumentatie waarin
fotografie wordt gereduceerd tot niet meer dan franje als de wens om wat
blijkbaar gangbare praktijken zijn, geheim te houden. Wanneer Nix en haar
advocaat hun rekening met een schoon geweten hadden verstuurd, zouden ze een
gouden kans hebben gehad om de regels van het auteursrecht nog eens breed onder
de aandacht te brengen. Dat doen ze niet. Nix is slachtoffer. Van wat eigenlijk?
Van het geldend recht? Op basis van dat
recht doet een rechter een uitspraak en het zou zomaar eens kunnen dat Nix in
het gelijk wordt gesteld.
Het neemt niet weg dat de site literairedebuten.nl
te maken heeft gehad met een exces. Over excessen mogen – nee, moeten publieke
discussies ontstaan. Geen enkel recht is van God gegeven en het auteursrecht al
helemaal niet. Wanneer normen worden toegepast in een individueel geval, kan de
onrechtvaardigheid of de onwerkbaarheid ervan aan het licht komen. Het
aanvankelijke aandringen bij Vervoort om de zaak niet in de publiciteit te
brengen, nu weer de oproep om de publieke discussie te beëindigen: het is een
beproefde methode. Het is de oudste truc om ervoor te zorgen dat onrechtvaardige verhoudingen blijven zoals ze blijven.
De rechten van een in opdracht gemaakt portret komen daarmee te liggen bij de geportretteerde. Zie verder http://www.tzum.info/2013/01/nieuws-advocaat-hans-bousie-biedt-excuses-aan-aan-quintalle-nix/comment-page-1/#comment-4359.